Je kunt nog zoveel plezier in je werk hebben, ook mijn schoorsteen moet roken. Er moet dus over geld gepraat worden. Vroeger was dat makkelijk. Toen volgde ik de tarieven van de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ), zoals ik overigens nog steeds hun leveringsvoorwaarden aanhoud.
“Ik hoef niet uit te rekenen wat een redelijke beloning is voor iemand met mijn ervaring en expertise, dat heeft de NVJ al voor mij gedaan”, was mijn standaardantwoord op de vraag welke tarieven ik hanteer. De toenmalige Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) heeft de NVJ, inmiddels al weer jaren geleden, echter verboden deze tarieven te publiceren, aangezien dit concurrentieverstorend zou werken. Absurd natuurlijk, maar goed. Hoe dan ook, met het rekenwerk van de NVJ in het achterhoofd (ssssst, niet verder vertellen), kom ik op een uurtarief dat varieert tussen de 79 en de 90 euro, afhankelijk van het soort werk.
Offerte
De hoogte van het tarief is één ding. De echte vraag is natuurlijk: hoeveel tijd (en declarabele uren) kost een opdracht? Het liefste werk ik op offertebasis. De opdrachtgever maakt duidelijk wat hij wil en dan is het aan mij om in te schatten hoeveel tijd ik daaraan kwijt denk te zijn. Als het tegenvalt, dan werk ik de facto tegen een (aanzienlijk) lager uurtarief. ‘En wat als het meevalt…’, denkt u nu waarschijnlijk. Helaas, dat is de afgelopen twintig jaar nog niet voorgekomen.